De Wet toekomst pensioenen geeft de kaders aan voor een nieuwe pensioenregeling. Er zijn daarbinnen nog veel keuzemogelijkheden. Achmea en de vakbonden (hierna ‘sociale partners’) zijn nu aan zet. Ze moeten deze keuzes maken. Bijvoorbeeld over het type contract (flexibele premieregeling of solidaire premieregeling). Ook maken ze afspraken over hoe de overgang van het huidige systeem naar het nieuwe zal verlopen (de transitie). In een ‘transitieplan’ worden al deze afspraken vastgelegd. De AGV wordt door sociale partners over dit plan gehoord (dit heet het hoorrecht). AGV kan en gaat haar mening kenbaar maken. In een ‘position paper’ hebben wij de punten waarop wij het transitieplan zullen beoordelen opgeschreven. Dit stuk is de samenvatting en voor iedereen toegankelijk. Het volledige position paper is nu ook alléén voor leden beschikbaar op onze website. Klik hier.
Uw reacties op de samenvatting en de position paper horen we graag op
Tijdlijn
• 1 juli 2023 Wet toekomst pensioenen is ingegaan
• NU: 1 juli 2023 tot april 2024: sociale partners maken definitieve keuzes en werken het transitieplan uit, AGV bereidt zich voor op het hoorrecht
• STRAKS: 1 april 2024: het transitieplan wordt bekend gemaakt aan het pensioenfonds en ook aan de AGV voorgelegd
• 1 april – 1 juli 2024: pensioenfonds geeft aan of ze het voorstel kunnen uitvoeren daarnaast wordt de mening van de AGV door sociale partners gehoord
• juli 2024 tot 1 januari 2026: pensioenfonds bereidt de invoering voor
• STARTPUNT NIEUWE REGELING: 1 januari 2026: overgang naar de nieuwe pensioenregeling
Deze tijdlijn is gebaseerd op de plannen van sociale partners.
Wat staat er in het transitieplan?
In het transitieplan vertellen sociale partners of zij alle pensioenen (inclusief de nabestaandenpensioenen) van het pensioenfonds willen overzetten naar de nieuwe regeling. Dit heet ‘invaren’. Ook wordt in het plan uitgelegd welke type contract gekozen wordt. De keuze is tussen de ‘solidaire premieregeling’ en de ‘flexibele premieregeling’. Het transitieplan moet uitgebreid onderbouwd worden met cijfers over de mogelijke gevolgen voor de deelnemers, dus ook voor de gepensioneerden. Het plan bevat ook afspraken over de communicatie aan de deelnemers.
Hoorrecht
Ieder zijn eigen rol: sociale partners bepalen de nieuwe regeling. Pensioenfonds Achmea en SBZ Pensioen (voor een deel van onze gepensioneerden vanuit de zorgbedrijven) gaan het uitvoeren. De AGV beoordeelt de plannen en laat zijn mening horen. In de wet is dat geregeld in het hoorrecht. Zijn we het niet eens met de plannen, dan zullen sociale partners de plannen beter moeten uitleggen. Of zij passen het op bepaalde punten aan. Dat zijn ze niet verplicht.
Alle gepensioneerden zijn onze doelgroep
Er zijn gepensioneerden die uitsluitend van Pensioenfonds Achmea pensioen ontvangen. Er zijn ook groepen gepensioneerden die geheel of voor een deel vanuit een andere pensioenuitvoerder hun pensioen ontvangen (Achmea Pensioen & Leven of pensioenen die vanuit SBZ Pensioen worden verstrekt). De verzekerde pensioenen bij Achmea Pensioen & Leven blijven daar ongewijzigd staan.
Ons uitgangspunt is dat Achmea voor iedereen de arbeidsrechtelijke afspraken uit het verleden in beeld brengt. Wij zullen aan Achmea vragen om aan te geven welke verwachtingen en voornemens er zijn om pensioenen, volgens de afspraken, te verhogen (indexeren).
Uitgangspunten voor de beoordeling door de AGV
Voor de beoordeling van de voorstellen over de transitie en de nieuwe pensioenregeling zijn onze uitgangspunten:
Een koopkrachtig pensioen: hoe denken sociale partners dit waar te maken?
Beperking van de kans op pensioenverlagingen
Het vermogen voor gepensioneerden in de oude regeling wordt gebruikt voor de pensioenen in de nieuwe regeling
Waar letten we vooral op in het transitieplan
Een nieuwe pensioenregeling: Achmea ontzorgt
Wij willen dat de deelnemers zoveel mogelijk ontzorgd worden. Wij willen een regeling waarin de uitkeringen voor de gepensioneerden in één collectief zijn ondergebracht. Een solidariteits- of risicodelingsreserve kan ook bijdragen aan de doelstelling van zoveel mogelijk ontzorging van deelnemers doordat de kans op pensioenverlaging kleiner wordt.
De wet biedt de mogelijkheid om naast een pensioen dat meebeweegt met de resultaten van het pensioenfonds ook een vaste uitkering aan te bieden. Wij zien graag dat deze mogelijkheid wordt uitgewerkt.
Van groot belang voor het wegnemen van zorgen bij gepensioneerden is dat de pensioenuitkeringen na de transitie tenminste gelijk zijn aan de uitkeringen voor de transitie en dat hierover tijdige en correcte communicatie plaatsvindt vanuit sociale partners en de pensioenuitvoerders.
Invaren pensioenen
Invaren heeft voordelen. Door invaren wordt het mogelijk bestaande buffers bij het pensioenfonds toe te delen aan de pensioenen. Daarom staat de AGV – onder voorwaarden - positief tegenover een voorstel voor ‘invaren’. Een heel belangrijke voorwaarde is dat het pensioenvermogen van en voor gepensioneerden aantoonbaar bestemd blijft voor de gepensioneerden.
De meest eenvoudige manier van invaren heet ‘de standaardmethode’. AGV kan zich vinden in deze werkwijze onder de voorwaarde dat het vermogen van de gepensioneerden in het pensioenfonds (na vullen van wettelijke voorzieningen en een eventuele reserve) in één keer wordt toegevoegd aan de uitkeringen van de gepensioneerden.
Er kan ook gekozen worden het fondsvermogen in een bepaalde specifieke volgorde te verdelen. In het position paper wordt daarom ook een voorstel gedaan onder welke voorwaarden dit zou moeten gebeuren. Daarbij is het voor de AGV belangrijk dat de gemiste indexaties uit het verleden worden meegenomen.
Collectieve uitkeringsfase
In de Wet toekomst pensioenen is het mogelijk om de uitkeringen voor alle gepensioneerden in 1 collectief te beleggen en te administreren. Alle gepensioneerden krijgen in procenten dezelfde pensioenverhoging of verlaging. Dit sluit aan op de huidige werkwijze. Het bespaart uitvoeringskosten en past bij onderlinge solidariteit. Wij zijn sterk voorstander van het op deze manier inrichten van de nieuwe pensioenregeling.
Reserve
Sociale partners kunnen besluiten om in de toekomst te werken met een reserve die dient om schommelingen in de pensioenen op te vangen. AGV ziet deze voorstellen graag uitgewerkt. Want een reserve moet ook gevuld en onderhouden worden. Hoeveel invloed heeft dat op de hoogte van de pensioenen? En zijn er andere manieren om verlaging van de pensioenen te voorkomen of de gevolgen te beperken?
Andere belangrijke onderwerpen uit het transitieplan
Beleggingsbeleid en andere beleidsinstrumenten moeten gericht zijn op behoud van koopkracht
Indexaties en inhaalindexatie verjaren niet en het belang moet worden meegenomen bij de transitie
Compensatie actieve deelnemers voor de wijzigingen in de wet, niet uit het vermogen voor de gepensioneerden
Tot slot: onze inzet voor de beoordeling
De commissie Pensioen van de AGV zal haar uiterste best doen om de sociale partners te beïnvloeden door onze beoordeling snel aan hen te laten weten. We voeren nu al hierover de gesprekken met Achmea, Pensioenfonds Achmea, vakbonden en ook bij SBZ Pensioen.
Waarbij we dit nastreven:
dat de pensioenuitkeringen na de transitie tenminste gelijk zijn aan die voor de transitie;
een regeling die gericht is op behoud van koopkracht door een realistische kans op pensioenverhogingen;
dat de regeling ook inspeelt op de behoefte aan zekerheid: de keuzemogelijkheid van een vaste uitkering;
dat de nieuwe regeling zoveel mogelijk aansluit bij de doelstelling van de pensioenregeling zoals die ooit voor Achmea is opgezet: een waardevast pensioen, solide uitvoering, een goed pensioen waar we samen trots op kunnen zijn.
Uw reactie is welkom
In dit stuk vertellen wij hoe we nu naar de overgang kijken. Dit is een voorzet om de discussie binnen de AGV aan te gaan. Daarom zijn we erg benieuwd naar uw vragen en opmerkingen. Laat het ons weten op
Achmea Gepensioneerden Vereniging,
Commissie Pensioen